Als u meer verkeerd op uw website krijgt
wordt dit steeds belangrijker. Toen motorvoertuigen voor het eerst op de wegen
verschenen waren er maar weinig. Hierdoor was er maar weinig management nodig.
Maar vandaag de dag zijn apparaten die het verkeer regelen essentieel voor het
voorkomen van ongelukken en files. Hetzelfde kan worden gezegd over de
zwaarbelaste netwerken van tegenwoordig die data pakketten over duizenden
endpoints via routers en switches de data moeten vervoeren. Waardoor verkeer
management noodzakelijk is voor prestatie en betrouwbaarheid.
Microsoft Azure Traffic Manager is een tool ontwikkeld om te werken met het cloud besturingssysteem van Microsoft waarmee u het verkeer naar de Azure cloud services kunt vervoeren, websites en andere doelen kunt u vaststellen door het aangeven van regels voor DNS querries. Dit resulteert in significante verbeteringen in beschikbaarheid, prestatie en reactietijden – al deze dingen zijn van belang wanneer u werkt met cloud services over een internet verbinding zeker voor degene die gewend zijn aan de hoge snelheid van de netwerken van vandaag de dag.
Traffic Manager wordt uitgerold in samenwerken met een Azure inschrijving, hierna kunt u uw endpoints vaststellen, het selecteren van een monitoring configuratie en load balancing methode, daarna creĆ«ert u een profiel en past u de instellingen aan. I kunt Traffic Manager instellingen instellen in het Management Portal, door het gebruik van REST API’s of door het gebruik van Powershell. U kunt daarnaast geneste profielen aanmaken, welke gericht zijn op een setup waar u een ander Traffic Manager profile heft ingesteld als eindpunt.
Voor meer informatie over hoe u netwerk verkeer kunt regelen met Azure Traffic Manager, lees het artikel van Richard Hicks op CloudComputingAdmin.com.
Voordat u zover bent, wilt u misschien uw Traffic Manager instellingen controleren nadat u ze heft gecontroleerd. Om dat te doen, zorg dat uw DNS TTL op een lage waarde staat, iets in de geest van 30 seconden, zodat veranderingen die u doorvoert snel worden opgemerkt en u niet lang op de resultaten hoeft te wachten.
Microsoft Azure Traffic Manager is een tool ontwikkeld om te werken met het cloud besturingssysteem van Microsoft waarmee u het verkeer naar de Azure cloud services kunt vervoeren, websites en andere doelen kunt u vaststellen door het aangeven van regels voor DNS querries. Dit resulteert in significante verbeteringen in beschikbaarheid, prestatie en reactietijden – al deze dingen zijn van belang wanneer u werkt met cloud services over een internet verbinding zeker voor degene die gewend zijn aan de hoge snelheid van de netwerken van vandaag de dag.
Traffic Manager wordt uitgerold in samenwerken met een Azure inschrijving, hierna kunt u uw endpoints vaststellen, het selecteren van een monitoring configuratie en load balancing methode, daarna creĆ«ert u een profiel en past u de instellingen aan. I kunt Traffic Manager instellingen instellen in het Management Portal, door het gebruik van REST API’s of door het gebruik van Powershell. U kunt daarnaast geneste profielen aanmaken, welke gericht zijn op een setup waar u een ander Traffic Manager profile heft ingesteld als eindpunt.
Voor meer informatie over hoe u netwerk verkeer kunt regelen met Azure Traffic Manager, lees het artikel van Richard Hicks op CloudComputingAdmin.com.
Voordat u zover bent, wilt u misschien uw Traffic Manager instellingen controleren nadat u ze heft gecontroleerd. Om dat te doen, zorg dat uw DNS TTL op een lage waarde staat, iets in de geest van 30 seconden, zodat veranderingen die u doorvoert snel worden opgemerkt en u niet lang op de resultaten hoeft te wachten.
U kunt uw Traffic Manager profiel controleren door de gebruikelijke nslookup gereedschappen:
1.
Open
een administratief command prompt window.
2.
Voer ipconfig
/flushdns om de DNS resolver cache leeg te maken.
3.
Voer nslookup
<Traffic Manager domain name>
Onderzoek de resultaten die u terug krijgt van dit commando. Dit zou de DNS naam en het IP adres van de DNS server die u gebruikt moeten weergeven. Het laat tevens het Traffic Manager domein zien met alle IP adressen die dit domein resolt. Het tweede IP adres zou een publiek virtueel IP (VIP) adres laten zien die is verbonden aan een van de cloud diensten of web sites die u heeft ingesteld als endpoint in Traffic Manager.
Nu om uw failover load balancing methode te testen, volg deze stappen:
1.
Met
de endpoints draaiend, gebruik een client, gebruik het nsloopup gereedschap
voor het aanvragen van DNS name resolution van de domein naar van uw bedrijf. Het
resolvde endpoint zou uw eerste endpoint moeten zijn.
2.
Of u
zet uw eerste endpoint uit of u verwijderd de monitoring file (dit zal er voor
zorgen dat het lijkt alsof het niet werkt in de Traffic Manager).
3.
Wacht
nu voor de DNS TTL en dan nog twee minuten langer.
4.
Verwijder
nu de DNS cache van de client zoals hierboven beschreven.
5.
Vraag
nogmaals DNS resolution aan. Deze keer zou het IP adres dat wordt terug
gecommuniceerd het tweede enpoint moeten zijn.
6.
Zet
het tweede endpoint uit en herhaal dit proces voor al uw endpoints. Het is hier
van belang dat u er voor zorgt dat de DNS resolution aanvraag elke keer met het
IP adres van het volgende endpoint op uw lijst terug communiceert.
Als u gebruik maakt van de round robin load balancing methode, dan zijn de stappen van het testen net wat anders. De eerste stap is hetzelfde, maar de endpoints zullen niet in volgorde reageren. Zorg ervoor dat u een van de IP adressen op uw lijst terug communiceert. Daarna leegt u de DNS cache en herhaalt u dit voor het krijgen van een ander adres van uw lijst. Blijf dit herhalen totdat alle IP adressen van al uw endpoints zijn voorbijgekomen.
Profiel van de auteur
Debra
Littlejohn Shinder, MCSE, MVP (Security) is een technologie consultant, trainer
en schrijfster die een aantal boeken over besturingssystemen, netwerken en beveiliging
heeft geschreven.
Ze is daarnaast ook een tech editor, developmental editor en contributor van
meer dan andere boeken. Haar artikelen worden regelmatig gepubliceerd op TechRepublic's
TechProGuild Web site en WindowSecurity.com, en ze zijn verschenen in geprinte
magazines zoals Windows IT Pro (voorheen Windows &.NET) Magazine.